Cultuur verbindt, inspireert en draagt bij aan persoonlijke ontwikkeling en een aantrekkelijke leefomgeving. Het CDA ZH vindt dat de provincie zich bij het cultuurbeleid vooral moet richten op bovenlokale en regionale vraagstukken en geen verantwoordelijkheden van gemeenten moet overnemen.
Ik heb tijdens het debat in de commissie van 22 januari 2025 (wederom) een pleidooi gehouden voor cultureel immaterieel erfgoed zoals de popcultuur en koorzang.
Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders zeer geïnteresseerd zijn in cultureel erfgoed. Bijna 90 procent van de bevolking van 12 jaar en ouder bezoekt, doet aan, bekijkt of leest over cultureel erfgoed. 38 procent zet zich in de vrije tijd actief in voor materieel en immaterieel erfgoed – dat zijn grofweg zes miljoen Nederlanders.
Uit de culturele benchmarkt blijkt dat in Zuid-Holland het budget voor cultuur en erfgoed sinds 2021 is gedaald. We geven in onze provincie slechts 6,08 EUR/per inwoner uit aan cultuurbeleid. Dat is in schril contrast met provincie Friesland die 69,70 EUR per inwoner uitgeeft. We vinden het daarnaast belangrijk dat de financiële middelen een evenwichtige spreiding krijgen over de verschillende regio's en disciplines in onze provincie.
Cultuurbeleid staat op niet zichzelf, maar moet in samenhang worden bezien met andere beleidsterreinen zoals economie, ruimtelijke ordening en onderwijs. Alleen zo kunnen we de kracht van cultuur optimaal benutten voor een vitaal en aantrekkelijk Zuid-Holland.
Het CDA ziet de provincie als een belangrijke speler in het stimuleren van zowel economische als culturele innovatie, met aandacht voor behoud van erfgoed en het creëren van een aantrekkelijke omgeving voor bedrijven en inwoners. Cultuur is naast het behoud ervan dus ook een belangrijke economische vestigingsfactor. En dat zou ook financieel perspectief moeten kunnen geven. Het is de moeite waard om deze relatie verder op kansen te verkennen.
Een actieve culturele omgeving draagt bij aan gemeenschappen, verbindt mensen en heeft een positieve invloed op het welbevinden van mensen.
Ik heb tijdens het debat in de commissie van 22 januari 2025 wederom aandacht gevraagd voor cultureel immaterieel erfgoed zoals de popcultuur en koorzang. Er zijn meer mensen die lid zijn van een koor dan van een voetbalvereniging. Dat geeft maar aan dat het onderdeel is van onze cultuur en dat behoud ervan belangrijk is.
Educatie rond kunst en cultuur is van wezenlijk belang voor onze jeugd. Het is goed dat kinderen ontdekken dat er meer is dan een smartphone om naar te kijken en luisteren.
Cultuur gaat zeker niet alleen over historie of erfgoed. Maar wie zijn geschiedenis kent, weet waar hij vandaan komt en begrijpt het nu veel beter. Dat is misschien wel de belangrijkste pijler onder het cultuurbeleid.
Reactie plaatsen
Reacties