
Het onderzoek naar de doorwerking van het koloniaal en slavernijverleden op de hedendaagse Zuid-Hollandse samenleving is afgerond. Het betreft het laatste onderzoek van een drieluik. Er is gekeken naar de houding ten opzichte van het koloniaal en slavernijverleden van inwoners van de provincie Zuid-Holland en hoe bewustwording een bijdrage kan leveren aan een aanpak tegen hedendaags racisme en discriminatie.
Bijna een derde van de inwoners heeft een
kritische houding, terwijl bijna een vijfde een
positieve houding heeft. Circa de helft heeft een
neutrale houding.
De provincie Zuid-Holland heeft onderzoek gedaan naar het koloniaal en slavernijverleden. Dit onderzoek is in drie delen gedaan: naar het verleden, naar het heden en naar de toekomst. Alle drie de onderzoeken zijn nu klaar. Uit de onderzoeken blijkt dat de Staten van Holland vroeger belangrijke beslissingen namen over slavernij. Ook werd duidelijk dat slavenbezit invloed had op de rijkdom en status van de elite in Zuid-Holland. Verder blijkt dat veel mensen weinig weten over dit verleden. Hierdoor voelen nakomelingen van bijvoorbeeld tot slaafgemaakten en contractarbeiders zich vaak niet gehoord of gezien. Het onderzoek laat ook zien dat Zuid-Hollanders verschillende meningen hebben over dit verleden en dat het geen hoge prioriteit heeft voor veel mensen.
Er zijn drie groepen onderscheiden op basis van hun algemene houding ten opzichte van culturele
diversiteit en bestaande discussies rondom het verleden in Nederland: kritisch, neutraal en positief. Personen met een positieve houding zijn voor een groot deel vrouwen, theoretisch opgeleiden, mensen die voornamelijk op (midden)linkse partijen stemmen en in zeer hoog stedelijke gebieden woonachtig zijn. Personen met een kritische houding zijn vaker man, praktisch en middelbaar-opgeleid en stemmend op rechtse partijen.
De vraag is wat de provincie Zuid-Holland met deze uitkomsten kan. De uitkomsten geven een
representatief beeld van de verschillen tussen groepen inwoners in Zuid-Holland. Op basis hiervan
zijn een aantal handelingsperspectieven geformuleerd en uitgewerkt in de eindconclusie van het
rapport:
1. Bedenk welke rol je als provincie wil hebben;
2. Doe wat je kan, binnen de taken die de provincie heeft.
3. Richt je qua informatievoorziening op de neutrale middengroep.
4. Vergeet niet in gesprek te blijven met kritische groepen en verbinding te zoeken, maar blijf realistisch.
5. Zoek naar mogelijkheden om positieve attitudes te versterken en verspreiden.
6. Richt je wat betreft initiatieven op zaken die haalbaar zijn en binnen het (in)directe takenpakket van de provincie vallen: onderwijs en bibliotheken.
7. Ga ook andere wijzen van informatievoorziening testen, zoals het gebruik van video en audio.
8. Geef zelf het goede voorbeeld als Provincie, bijvoorbeeld met de samenstelling van het personeelsbestand.
Gedeputeerde Staten (GS) hebben in een brief aangegeven met de handelingsperspectieven aan de slag te gaan. Ook bouwt GS voort op de ingeslagen weg om meer betrokkenheid te tonen bij evenementen rond het koloniaal verleden.
Reactie plaatsen
Reacties