De Commandopost Clingendael op de grens tussen Wassenaar en Den Haag staat al sinds 2014 leeg. Verlaten door het ministerie van Defensie. Het Rijksvastgoedbedrijf wil de bunker verkopen. In 2020 is de bunker (die er uitziet als boerenschuur) gerestaureerd en verkoop klaar gemaakt. Een aantal vrijwilligers van de stichting Atlantikwal wil de bunker behouden en opstellen voor publiek. Een boeiende dans tussen diverse partijen is losgebarsten. Tijd om me er in te verdiepen en te laten informeren.
Begin 2024 heeft de gemeenteraad van Wassenaar de uitgangspunten vastgesteld waarbinnen een eventuele herbestemming kan plaatsvinden. Omdat het een Rijksmonument betreft, is slopen geen optie.
De bunker werd in 1942/1943 gebouwd als veilig onderkomen voor de Duitse rijkscommissaris Seyss-Inquart en zijn staf op het terrein van Clingendael. Het is een unieke bunker van zestig bij dertig meter en vijftien meter hoog. Na de Tweedewereldoorlog is de bunker operationeel gebruikt door defensie voor onder meer een aantal operaties tijdens de Koude Oorlog, als opslagruimte voor het Rijksarchief en als commandopost voor de Bescherming Bevolking.
Dat er volop verhalen te vertellen zijn over deze bijzondere bunker bleek wel tijdens de rondleiding die ik samen met gedeputeerde Meindert Stolk mocht volgen. Jeroen Trimbos en Peter Kosters van het Atlantikwalmuseum vertelde verhalen over het 'plofdak', over de ingekwartierde duitse soldaten, over de periode van de koude oorlog waar vanuit de commandobunker contact werd gehouden met troepen elders op de wereld. Maar het is ook de plek van waaruit het commando in 1975 'strijk de vlag' werd gegeven toen Suriname onafhankelijk werd. Zo heeft iedere kamer in deze enorme bunker wel een eigen verhaal. Wat zou het toch mooi zijn als dit monumentale erfgoed uit een bizarre tijd van onze geschiedenis deze verhalen levend kan houden. Want: wie zijn verleden niet kent, begrijpt zijn toekomst niet.
Reactie plaatsen
Reacties